'Nou, wat denk je zelf?' Zei Sarah iets geamuseerd. Ja misschien was het wel een domme vraag geweest. Dat had hij nu wel door.
De vrouw grijnsde naar hem, het was een soort kruising tussen kalm en moe in. 'Stand back, dit is niet voor mietjes.' Zei ze met een knipoog en een witte staart verdween tussen de bladeren. ’Als het niet voor mietjes is moet ik wel meekomen.’ Toen rook ook hij de scherpe geur van das en liep Erik achter haar aan. Soms vond hij het wel irritant dat hij geuren minder snel kon onderscheiden dan geluiden ofzo. Maar zijn bovenmenselijke reuk had hij dan ook later ontdekt dan zijn andere zintuigen. Opeens hield hij stil en zag hij de das. Een groot, lomp, zwart en wit gevlekt dier. Zodra hij dit zag zocht hij naar de witte vacht van Sarah.